Boek
De overheid moet zich vanwege de scheiding van kerk en staat en de grondwettelijke vrijheid van religie terughoudend opstellen ten opzichte van religie en alle geloofsovertuigingen gelijk behandelen. Strikt neutraal ten aanzien van religie is onze wetgeving echter niet. Denk aan het randschrift 'God Zij Met Ons' op de Nederlandse twee-euromunt of aan de officiĆ«le vrije dagen die zijn gebaseerd op christelijke vrije dagen.De overheid kan zich niet volstrekt van afzijdig houden van religie. Zo kan de vrijheid van religie botsen met andere grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting of het gelijkheidsbeginsel en kan het noodzakelijk zijn met het oog op rechten van anderen de vrijheid van religie te beperken. Waar ligt bijvoorbeeld de grens aan het geluidsvolume en de duur van religieus klokgelui? En moet een rechter die op grond van haar geloofsovertuiging een hoofddoek wil dragen daarvan afzien vanwege de uit de scheiding van kerk en staat voortvloeiende neutraliteit van de rechterlijke macht? Mag de overheid subsidie verstrekken aan religieuze instellingen en moet de overheid bepaalde religieuze handelingen zoals ritueel slachten verbieden?In deze bundel geven auteurs vanuit verschillende disciplines antwoord op deze en soortgelijke vragen, waarbij de rol van het recht in de relatie tussen overheid en religie centraal staat. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »