Boek
`Weddenschappen kun je winnen of verliezen. Gelijkspel bestaat niet. Wat wilde u eigenlijk van mij?
`Niet veel, antwoordt Roland. `Je begrijpt de economie van het spel niet.
Na een paar minuten stuurt hij haar nog een sms: `Ja is prima, nee is ook goed. Dát is de economie van het spel.
Roland Oberstein, universitair docent economie in Fairfax, is vader en gelukkig gescheiden. Zijn vriendin Violet woont in Amsterdam en is ontwerpster van damestassen. Ze wordt tot wanhoop gedreven als Oberstein onaangedaan lijkt te zijn door haar overspel.
Tijdens een conferentie over de Holocaust ontmoet Oberstein de Amerikaanse Lea, biografe van kampcommandant Höss. Gedeelde belangstelling voor volkerenmoord blijkt de basis van een intensieve vriendschap.
Maar dan keert Oberstein op dringend verzoek van zijn ex-vrouw terug naar Nederland om te helpen bij de opvoeding van hun zoon. Daar maakt hij kennis met de onvermoede consequenties van kennisoverdracht.
In Huid en Haar wordt de markt van de liefde gereguleerd door straf, ook waar geen schuld lijkt te zijn.
Grunberg schreef een verhaal over verboden liefde, pervers plezier, overspel en machtsmisbruik, met de Amerikaanse en Nederlandse academische wereld en de stedelijke politiek van New York als decor. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Arnon Grunberg, dat is leesplezier en die heel bijzondere Woody Allen-humor. Daarbij is de schrijver bijzonder goed in het scheppen van personages die zo uit het leven gegrepen zijn. Roland Oberstein (bij de twintig beste Smith-kenners), Lea (biograaf van Höss) en haar man, een doortrapte schurk die je zo een mep zou verkopen, Rolands ex Sylvie en haar bipolaire vriend, stuk voor stuk waarachtige, zwakke, interessante karakters. De dialogen zijn voortreffelijk en meestal erg grappig, met altijd een tragische ondertoon. Stuk voor stuk snellen ze hun ondergang tegemoet, niets kan hen tot inzicht brengen. Dat, en de niet altijd milde kritiek op de Westerse samenleving, Amerika en Leiden in het bijzonder, maken het boek alweer tot een meesterwerkje.
Als er kritiek mag gegeven worden, dan wel op het iets zwakkere einde. Maar mooi eindigen is nu eenmaal voor elke schrijver een helse opdracht.