Welkom op Boeklezers.nl

Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »

Meedoen

De eenzaamheid van de priemgetallen

Niemand zit natuurlijk te wachten op een blog over een boek dat een dikke tien jaar geleden werd uitgegeven, maar ik pak nu toch de gelegenheid iets van mijn schrijfleegte aan te vullen.

Ik heb geen groene vingers, zelfs geen gevoel ervoor en zo komt het dat ik bij het zien van het boekomslag van dit – wat nog moest blijken – uiterst boeiende boek van Paolo Giordano aan een Franstalig kaartje met de tekst “je meurs où je m'attache”, ik sterf waar ik me hecht. Inmiddels weet ik dat het blad op het kaartje bij klimop hoort en niet lijkt op het boekomslag, maar hechting is wel degelijk waar dit gevoelige boek uiteindelijk over gaat, hechting, of over wel wíllen maar niet kúnnen hechten. Dat de wat schuwe, weifelend taxerende, argwanende blik van het meisje op het boekomslag wat afstandelijk overkomt past prima bij deze sober en gelijk fraai uitgewerkte psychologische roman, maar dat moest eerst nog blijken.

Over de titel heb ik moeten nadenken. Hoezo de priemgetallen? Het voelde voor mij enigszins dubbel. Als er De eenzaamheid van priemgetallen had gestaan, was ik gelijk begonnen met lezen en had ik het nog sneller uit gehad dan ik nu al deed. Nu las ik met het gevoel dat ik iets ging missen, want priemgetallen op zich zijn al bijzonder en eenzaam; ze staan immers numeriek nooit naast elkaar. De twee hoofdpersonen zijn dat ook; hun levens verlopen ergens identiek – jeugdtrauma, slecht verwerking, zelfmutilatie – af en toe komen ze bij elkaar, maar hun karakters en levensweg maken hen tot elkaar en anderen niet aanraakbaar. De karakters van deze zeker gestigmatiseerde hoofdpersonen Mattia en Alice zijn mooi uitgewerkt; het verhaal oogt sober, maar is het niet en dat is zo knap, gebracht door een alwetend verteller waardoor je als lezer meer weet dan de hoofdpersonen; hun ouders met al hun schuldgevoelens en vrienden zijn net genoeg uitgewerkt om het vlakke beeld niet te verstoren.

Pas op de middelbare school kruisen de levens van Mattia en Alice. Nu ik dit zo opschrijf, bedenk ik me dat dit volkomen past bij het verloop van het verhaal; wiskundig gezien hebben kruisende lijnen namelijk geen raakvlak. De vriendschap die tussen hen ontstaat is merkwaardig; echt uitspreken wat ze voor elkaar voelen is er niet bij. Zo komen ze niet echt bij elkaar. Een belangrijk moment is wanneer Alice polaroidfoto’s maakt van zichzelf in een trouwjurk en Mattia in een pak en zij dichter dan ooit bij elkaar zijn. Toch kunnen ze hun gevoelens niet onder woorden brengen om hun band te versterken. Zo ademt het boek eenzaamheid.

Zoals vaak steunt de eigen identiteit op het verleden met al zijn herinneringen uitkijkend naar dromen, beloftes en ideeën voor een toekomst. De tragische jeugd van Mattia en Alice houdt hen vast in het verleden waardoor ze de juiste afslag naar een toekomst niet kunnen vinden. Ze ontwikkelen zich ieder op zijn en haar eigen vakgebied met een extreme nauwgezetheid dat hun karakters sterk verbindt, hij (wellicht autistisch) in de wiskunde en zij heel erg gefocust in de fotografie. Toch blijven ze van elkaar verwijderd, als priemgetallen. Een vergelijkbaar motief is bijvoorbeeld terug te vinden in Het Puttertje van Donna Tart, waarin de beide hoofdpersonen ook kampen met een enorm jeugd trauma; ze hebben beiden een aanslag overleefd waarbij hij zijn moeder verliest en zij haar opa. Hij komt haar het dichtst nabij, maar zij, wijs als ze is, beseft dat ze dezelfde aanslag hebben overleefd en als bagage is dat te zwaar om samen een leven op te bouwen.

Tot slot nog even terug naar het boekomslag; het afgebeelde meisje is Mirjan van der Meer, nu 33 jaar oud alias MirjanRooze, een zelfportret, tijdens een interview beschreven als het serene Friese zusje van Arwen, de wonderschone halfelf uit ‘Lord of the Rings’. Mirjan maakt onder de naam MirjanRooze de mooiste mystieke zelfportretfoto’s. Een aantal foto’s van haar zijn wereldberoemd geworden. Ze praat, bescheiden en verlegen als ze is, daar zelden over en geeft bijna nooit interviews. Ze begon met fotograferen op haar zeventiende en kan al haar intuïtieve creativiteit (het rust creëren in eigen beelden, een eigen wereld als tegenhanger van de chaos) kwijt in de fotografie. “Ik zoek graag de eenzaamheid op en leg dat in beelden van mezelf vast, in hoe ik qua persoon de dingen zie. In die eenzaamheid heb ik mijn fotografie ontwikkeld. Fotografie is een deel van mijn leven, het is mijn vrijheid”.

Hoe wonderlijk en toepasselijk om zonder enige voorkennis juist dit portret gekozen te hebben voor dit boek…

21 November 2021, 21:39:58  - 3.259 maal bekeken