Bibliofiel
leest nu: Grand Hotel Europa (p. 15)
vindt het: “bloemrijk taalgebruik”
Lezen is mijn grootste liefhebberij, al van jongs af aan; lekker meeliften op de fantasie van de schrijver, je wereld verruimen buiten je zo bekende, vertrouwde en soms ook verwenste, directe leefomgeving. De plezierigste ontsnapping uit het dagelijks leven. Meestal onderstreep ik wat ik mooi vind in de kantlijn, of ik schrijf er wat bij. Daarom leen ik weinig boeken uit, en nog minder van de bieb. Het mooiste is, vind ik, wanneer ik iets aan een boek overhoud; dat kan inhoudelijk zijn, maar ook vorm en taalgebruik. Het liefst lees ik boeken in hun oorspronkelijke taal, maar ja verder dan onze drie buurlanden kom ik niet. Gemis? Jazeker, meerdere: ik kan bijvoorbeeld geen Frans.
Bijzonder: ik schrijf in elk boek wanneer ik het gelezen heb. Op een keer zie je dan wanneer je een boek nog eens oppakt. Soms lees ik er twee of drie tegelijk. Als ik een boek gelezen heb, schrijf ik altijd op wat ik ervan vind. Het mooiste boek vind ik een verwarrend etiket, dat is zo sterk afhankelijk van de (leef)tijd waarop ik het lees/las. Vrij recent is dat 'De Boekendief', zeer beschrijvend, voor mij niet te wollig, met een fantastische verteller. Dit boek heb ik drie keer gelezen.
»
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Na een lang periode van lees- en schrijfstilte heb ik kans gezien een ooit begonnen boek uit te lezen: De hand van de schilder van Wolfram Fleischhauer, zijn (begrijp ik) debuutroman. Zoals Duel van Joost Zwagerman mij in een eerdere moeilijke periode weer op de leesrails trokken, bleek ook deze roman over een schilderij voor mij een kantelpunt.
Het raadselachtige schilderij Gabrielle d´Estrées en een van haar zusters dat in het Louvre hangt en nu op de cover van het boek staat afgebeeld, biologeerde de schrijver en kunsthistoricus Fleischhauer zo erg dat hij jarenlang research deed. Zijn speurtocht leidde tot deze soms wel spannende roman waarin toeval nog al eens een rol speelt, dat wel. De roman begint met het uitpluizen van delen van een 19e-eeuws manuscript over een onbekende schilder, Vignac, die het schilderij in 1598 zou hebben gemaakt. Alles lijkt erop te wijzen dat Vignac in zijn schilderij het antwoord verwerkte op een 400 jaar oude vraag die betrekking heeft op de relatie tussen koning Hendrik IV van Frankrijk en Gabrielle d´Estrées, zijn maîtresse. Kort voor hun huwelijk sterft ze namelijk op haar 26e onder raadselachtige omstandigheden.
De hand van de schilder zou je het best kunnen betitelen als een kunsthistorisch artikel in romanvorm, anders gezegd: de interpretatie van een schilderij verpakt als roman en zo voor een breder publiek geschikt gemaakt dan als lijvig artikel in een vaktijdschrift voor kunsthistorici met voetnoten en een bibliografie. Niet alleen probeert Fleischhauer op een verteerbare manier de ontstaansgeschiedenis van het schilderij een achtergrond te geven en de betekenis ervan te achterhalen rond de gebeurtenissen aan het hof van de Franse koning Hendrik IV en zijn maîtresse Gabrielle aan het einde van de 16e eeuw, maar ook de rol die de schilder Vignac in deze geschiedenis speelde. Het mondt uit in een onverbloemd kijkje op Frankrijk met burgeroorlogen, hongersnood, botsende religies, politieke huwelijken met tal van intriges en verraad aan het hof. Een moeilijke tijd dus voor al de getrouwde Hendrik IV en zijn politiek onmogelijke liefde voor Gabrielle, de moeder van zijn drie kinderen in een wirwar van moeizame Europese verhoudingen.