Boek
‘Hoe heet je?’ vroeg Neper na een tijdje.
‘Jakob.’
‘En verder?’
‘Gewoon Jakob.’
‘Iedereen heeft een achternaam.’
‘Ik niet. Jakob is voldoende.’
‘Maar ...’
Alsof hem iets belangrijks te binnen schoot, sprong Jakob op, pakte zijn jas en haalde er een krantenpagina uit tevoorschijn. Hij vouwde hem open, legde hem voor de apotheker neer en streek hem glad.
‘Ken je deze vrouw?’ De apotheker keek er even naar en barstte toen in lachen uit. ‘Ken je haar?’ vroeg Jakob, nu wat nadrukkelijker.
‘Of ik haar ken? Dat is Elsa Obertin. Iedereen kent haar, van hier tot Temesvar en verder. Wij noemen haar “de Amerikaanse”. Als je gisteren was meegegaan, had je haar kunnen ontmoeten. Het was namelijk haar boerderij die is afgebrand.’
Jakob kromp ineen. ‘Haar boerderij? Afgebrand?’ vroeg hij.
‘Ben je hier voor haar?’
Jakob antwoordde niet meteen, het leek alsof hij ergens anders mee bezig was en hij zat lang te peinzen. ‘Betekent dat dat ze helemaal niets meer heeft?’ vroeg hij toen.
‘Zo zou ik het niet willen zeggen. Ze heeft nog genoeg. Maar waarom ben je zo geïnteresseerd in Elsa?’
Jakob stopte de krantenpagina terug in zijn zak en keek om zich heen, alsof hij iets zocht. Toen Neper geen antwoord meer verwachtte, zei hij: ‘Omdat ik met haar ga trouwen. Heb je schone kleren en een scheermes voor me, broeder?’
«
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen verbanden gelegd.