Boek
Gedichten zijn woorden, die stromen. Gelukkig maar, want stilstaand water stinkt. Niet zelden stromen ze onstuimig en ruig. Als zilte tranen, meegevoerd in een kolkende rivier. Waar 't leven breekt, in woeste golven. Ook in de gedichten van Rudolf van Ooijen glinstert er iets van door. Zo wanen we ons in deze tweede gedichtenbundel aan de oevers van een kabbelende beek.
In het maanlicht van een ontluikende voorjaarsnacht. Door het betoverende schijnsel, ontwaren we vaag nog de verwoestende wintersporen. Opgetild en meegenomen keren we, langs strofe en wending, door een soms wild meanderende stroom. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen recensies voor dit boek.