Het verhaal "De rode vogel" heb ik gelezen in het verzamelboek: Het grote lijsterboek van Astrid Lindgren. Hierin staan verhalen en sprookjes van haar hand. Het boek is prachtig geïllustreerd. De rode vogel gaat over de twee kinderen Mattias en Anna die alleen achtergebleven zijn. Ze komen terecht bij een boer in Mira. De boer neemt ze niet uit liefde, maar omdat kinderhandjes nuttig werk kunnen doen. Dagen van armoede volgen elkaar op. De enige hoop van deze kinderen is de winter, want dan mogen ze naar school. Maar ook daar veranderd er niet veel, de grauwheid en schaamte blijven hen achtervolgen. Totdat op een dag er een rode vogel verschijnt die ze volgen door een kloof naar de ander kant van de berg. Daarachter een hoge muur, door een poort ligt "Zonneweide" van de eeuwige lente. De poort is nooit gesloten, omdat als de poort gesloten wordt deze dan nooit meer open kan. Hier beleven Mattias en Anna de mooiste dagen van hun leven. Iedere dag na schooltijd gaan ze erheen. Wanneer de laatste schooldag aanbreekt zegt Anna: Dit wordt het einde van mijn leven. Maar ze zijn slim en wanneer ze door de poort gaan, trekken ze deze stil en zachtjes dicht.