Boek
Dit boek gaat over de manier waarop de Hoge Raad strafrechtelijke cassatieberoepen toetst, zowel in theorieals in de praktijk, waarbij het rechtsbeschermende aspect daarvan centraal staat. Allereerst wordt nagegaan waar de cassatie als rechtsmiddel vandaan komt, wat daarvan het doel is en welke taken de Hoge Raad in de loop der tijd zijn toegedacht niet in de laatste plaats door hemzelf. Ook de inhoud van die taken komt aan bod.Teneinde na te gaan of het wettelijk systeem de Hoge Raad in voldoende mate de ruimte biedt om aan zijntaken inhoud te geven, wordt vervolgens aandacht besteed aan hoe de cassatie technisch in zijn werk gaat:beschreven worden het (grond)wettelijk kader van de cassatie, de wijze waarop de Hoge Raad dat kader opvaten de manier waarop hij daarmee omgaat. Met name het onderscheid tussen feit en recht in dogmatischezin en als selectiemechanisme komt daarbij uitgebreid aan bod.Besloten wordt met een steeksproefsgewijze beschrijving van de jurisprudentie over een aantal grote themasvan de afgelopen twintig jaar. Daarin wordt bezien hoe de Hoge Raad, zich bewegend in het spanningsveldtussen instrumentaliteit en rechtsbescherming, in de praktijk invulling geeft aan zijn rechtsbeschermendetaak. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen recensies voor dit boek.