Boek
In 1953 verlaten twee broers de besneeuwde bergen van de Pyreneeën om hun fortuin te zoeken op een van de tropische eilanden van de Spaanse kolonie Equatoriaal-Guinea. Daar ontdekken ze op een plantage hoe zwaar het werk is dat moet worden verricht om de perfecte kwaliteit van de cacao te bereiken, maar vooral leren ze er de ware betekenis kennen van vriendschap, liefde, passie en haat. Als er ongeschreven wetten worden geschonden wanneer de liefde voor een inlandse vrouw opbloeit, zet dat de verstandhouding tussen de broers op scherp.Jaren later, in 2003, krijgt een jonge vrouw, Clarence, een brief uit die tijd in handen waarin geschreven wordt over een onbekende inheemse vrouw die door haar vader op het eiland is achtergelaten, en zelfs van een haar onbekend kind. Heeft zij wellicht een halfbroer? Om de waarheid te achterhalen besluit Clarence hetzelfde avontuur aan te gaan als haar vader indertijd, en reist ze van het Spaanse stadje Huesca naar Equatoriaal-Guinea. Hier ontrafelt ze stukje bij beetje wat er gebeurd is, maar hoe dieper ze graaft, hoe confronterender de waarheid wordt. Is die waarheid wel het geheim dat ze wil blootleggen? «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Clarence, dochter en kleindochter van Spaanse kolonisten. Neemt de kans waar om op een dag dat ze alleen thuis is, de brieven uit het verleden van haar opa, vader en oom door te lezen.
Ze vindt een stuk van een brief wat veel vragen oproept. Ze besluit om dit uit te zoeken wat hier achter steekt, en wat er is gebeurd. Ze is zich er van bewust dat door deze zoektocht het rustige leventje wat ze leidt, samen met haar familie weleens helemaal op z’n kop kan komen te staan.
Ze reist af naar het Afrikaanse eiland Bioko, het vroegere Fernando Poo om daar haar familiegeschiedenis uit te zoeken.
Het begint in 1953, als de broers Jacobo en Kilian per boot afreizen naar het eiland voor de West
Afrikaanse kust. Om daar te gaan werken op Sampaka, een cacaoplantage waar hun vader al jaren werkzaam is. Doordat de reis lang duurt kunnen ze maar eens in de twee, drie of vier jaar naar huis.
Maar ze hebben dat er voor over omdat het werk daar meer oplevert dan in Spanje waar ze wonen.
Voor Kilian is het de eerste keer dat hij zo ver weg van huis is. En de overgang is enorm. Hij ziet voor het eerst zwarte mensen, en leert daar ook mee om gaan. Is nieuwsgierig naar hun levenswijze en leefstijl. Hij wint het vertrouwen van de voorman José, een Bubi (etnische groep) die Kilian veel leert en meeneemt naar zijn volk. Het is hard werken in de verzengende hitte. Met zijn broer ontdekt hij het uitgaansleven, en ziet hoe er met de vrouwen wordt omgegaan. Niet goed dus.
Clarence vind veel van vroeger terug op het eiland. Mensen die haar vader en oom nog gekend hebben. Beetje bij beetje vallen puzzelstukjes op zijn plaats. Het eiland heeft haar ook in de greep.
Je word meegezogen het verhaal in, beschrijvingen zijn beeldend, je waant je op het eiland. Veel kennis van zaken, over het werk op de plantage, het leven op het eiland, de groeperingen die er wonen. Hun gebruiken. De personages zijn heel goed beschreven. Het is een prachtige familiegeschiedenis beslist de moeite waard om te lezen.
Een prachtig debuut van Luz Gabás.
Dank aan uitgeverij Wereldbibliotheek van wie ik het boek mocht lezen.