In dit Fiscaal Dossier staan de nettolijfrente en het nettopensioen<br/>centraal. In de Wet IB 2001 zijn met ingang van 1 januari 2015<br/>twee nieuwe spaarfaci... » 

In dit Fiscaal Dossier staan de nettolijfrente en het nettopensioen
centraal. In de Wet IB 2001 zijn met ingang van 1 januari 2015
twee nieuwe spaarfaciliteiten in box 3 geïntroduceerd, de nettolijfrente
en het nettopensioen. Beide nettospaarvarianten vormen
een spaarmogelijkheid op vrijwillige basis. Een belastingplichtige
kan voor een nettolijfrente/-pensioen in box 3 sparen over het
deel van het inkomen dat uitkomt boven een aftoppingsgrens van
€ 100.000. De nettolijfrente in box 3 kent zowel een spaarvariant
bij een verzekeraar, als een spaarvariant bij een fi nanciële instelling
(bank of beleggingsinstelling). Een nettopensioen kan alleen
worden ondergebracht bij een pensioenfonds of -verzekeraar.
Allereerst wordt door H. van Toledo in hoofdlijnen ingegaan op de
nieuwe wet- en regelgeving met betrekking tot de nettolijfrenten.
In het tweede hoofdstuk wordt de wet- en regelgeving rond de
nettopensioenen besproken door G.M.C.M. Staats. In vorenstaand
kader wordt de inhoud van deze nieuwe wetgeving
besproken en worden diverse (kamer)vragen en antwoorden
behandeld.
Vervolgens zijn in dit Fiscaal Dossier de voor nettolijfrenten en
-pensioenen per 1 januari 2015 relevante vastgestelde wetteksten
opgenomen.
Aan het eind van dit Fiscaal Dossier zijn de relevante passages uit
de Parlementaire Behandeling opgenomen. «