Ik ben Koen. <strong>Koen de kikker</strong>. Ik woon in een heel brede sloot. Er zijn ook twee eenden en een reiger in de sloot. Aan de andere kant van de sloo... » 

Ik ben Koen. Koen de kikker. Ik woon in een heel brede sloot. Er zijn ook twee eenden en een reiger in de sloot. Aan de andere kant van de sloot staat een heel mooi huis. Daar wonen een vader en een moeder en twee kinderen. Ik ben vaak in de tuin van het huis. Op een dag ben ik heel bang. Ik ga zomaar op reis in de tas van moeder. A.V.I. 3. «