Boek
'viel de eedle denkenskracht Ons niet zo wel ten deel, als 't mannelijk geslacht?'. Dat deze vraag met ja moet worden beantwoord, was voor Juliana Cornelia de Lannoy (1738-1782) evident, maar haar omgeving dacht er anders over. Vrouwen dienden haar levensvervulling te vinden in de verzorging van echtgenoot en kinderen. In haar vrije momenten mochten zij hooguit wat liefhebberen met schrijfstift, penseel of microscoop, maar zij moesten wel bescheiden zijn over haar prestaties. De Lannoy zette zich bewust af tegen dit verwachtingspatroon. Op haar vijfentwintigste koos zij voor een schrijversbestaan en verbond hieraan de openlijk beleden ambitie om, net als haar mannelijke kunstgenoten, de 'onsterfelijke eer' te bereiken. En met succes: men prees de vurigheid en levendigheid van haar verzen, roemde haar beheersing van verscheidene genres, vooral die van het lierdicht en het treurspel – twee aan mannen voorbehouden dichtsoorten. In dit boek beschrijft W.R.D. van Oostrum de (vaak geestige!) wijze waarop De Lan «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen recensies voor dit boek.