Boek
Bij vrijwel elk concert, dertig seizoenen lang, zat Jan Willem Loot in het Concertgebouw op de eerste rij balkon, stoel 50. De orkestleden keken aan het begin van een optreden altijd omhoog om 'de witte kuif op het frontbalkon' te zien. Als die niet viel te ontwaren, werd dat door de spelers opgevat als een slecht voorteken.
Jan Willem Loot was directeur van drie Amsterdamse orkesten. Hij trad in 1979 aan bij het Amsterdams Philharmonisch Orkest, dat zes jaar later opging in het nieuw gevormde Nederlands Philharmonisch Orkest waarvan hij directeur werd. In 1998 werd hij benoemd tot algemeen directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest.
De carriƩre van Jan Willem Loot leest als een rode draad door een belangrijke periode in de Nederlandse muziekgeschiedenis. Een periode waarin de cultuursector verzakelijkt en de functie van orkestdirecteur aan inhoud en belang wint. Het Koninklijk Concertgebouworkest heeft haar internationale roem mede te danken aan zijn inzet.
Naast de manager wordt ook de musicus in Jan Willem Loot belicht: zijn liefde voor de cello, zijn betrokkenheid bij het Bimhuis en zijn favoriete uitvoeringen.
«
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen recensies voor dit boek.