Boek
‘In ’t algemeen slechts kan men weten, dat kunst de allerindividueelsteexpressie van de allerindividueelste emotie moetzijn’. Deze uitspraak van Willem Kloos is zonder meer van toepassingop de schilders van de Biesbosch. Immers, in tegenstellingtot de schilderkolonies die in de tweede helft van de 19e eeuw inNederland ontstonden, is de Biesbosch een plek waar de kunstenaarop zichzelf was aangewezen. Er is nooit een kunstenaarskolonieontstaan.De werken in dit boek overziend, is vast te stellen dat iederekunstenaar op zijn eigen manier de schoonheid van de wildernisheeft proberen vast te leggen. In de 17e en 18e eeuw lijkt hetonderwerp merkwaardigerwijs toerisme te zijn, als je de schaatsenrijdersbij Huis te Merwede ziet die Jan van Goyen (1596-1656)schilderde.In de 19e en 20e eeuw werden de kunstenaars meer aangetrokkendoor de natuur. Daarvan getuigen werken van Marinus Reus (1865-1938), Elias Boonen (1860-1931), Bernard Koldeweij (1859-1898),Cor Noltee (1903-1967), Thomas van Heck (1910-2006) en SteefWijnhoven (1898-1969). Ook hedendaagse kunstenaars laten zichinspireren door de Biesbosch: Henk van Dalen, Sjane de Haan enRutger van Bruggen bijvoorbeeld. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen recensies voor dit boek.