De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen

Een Amerikaanse recensent schreef: 'Amerikanen hebben het genre van het korte verhaal tot zulke grote hoogten gebracht dat je kunt zeggen dat het is uitgegroeid... » 

Een Amerikaanse recensent schreef: 'Amerikanen hebben het genre van het korte verhaal tot zulke grote hoogten gebracht dat je kunt zeggen dat het is uitgegroeid tot onze nationale kunstvorm.'
Wie zich verdiept in - de geschiedenis van - het korte verhaal, ontdekt dat over de Nederlandse literatuur hetzelfde kan worden beweerd: Nederlandse schrijvers hebben prachtige verhalen geschreven die in kwaliteit en intensiteit moeiteloos onze romanliteratuur evenaren. Zelden (of nooit) is het korte verhaal in ons land echter uitgeroepen tot 'nationale kunstvorm' - het is een helaas veel te vaak veronachtzaamd genre.
Met De Nederlandse literatuur in 250 verhalen behoort die veronachtzaming tot het verleden. Joost Zwagerman verzamelde in deze mammoet-anthologie zowel de evergreens als de verborgen parels uit het genre, te beginnen bij de jaren van het naturalisme en via modernisme en neoromantiek eindigend bij het allerbeste van na de eeuwwisseling.
Een staffel van één, twee of drie opgenomen verhalen van vrijwel alle schrijvers die er in dit genre toe doen maakt deze noodzakelijke bloemlezing een verrassende literuurgeschiedenis-in-praktijk, toegespitst op het genre waar opmerkelijk veel Nederlandse en Vlaamse schrijvers in excelleren: het korte verhaal, de literatuurvorm waarin volgens Harold Bloom 'de poëzie eindigt en de werkelijkheid begint'.

Joost Zwagerman (1963) schrijft proza, poëzie, korte verhalen en essays. Hij publiceerde negentien boeken, waaronder de eversellers Gimmick! en Vals licht. «