Bibliofiel/ Auteur
leest nu: De bijbel nbg (p. 1530)
vindt het: “Voor de 2e keer integrale lezing. Krijg frisse kijk. ”
Lezen en schrijven zitten in mijn bloed. Het één kan niet zonder het ander. Beide doe ik dan ook graag. Naast het beleven van een actief leven. Soms denken mensen dat lezen (of schrijven) saai is - forget it. Lezen is leven en is zelfs superieur aan film kijken omdat het de inner world bloot legt. Dat vind ik ook de uitdaging die ik aanga in het schrijven van fictie - het openbaren van de gedachte, van het onbekende dat toch herkenbaar is. (Her)ontdekken als het ware. Tot nog toe publiceerde ik zeven romans, waarvan een onder pseudoniem. Met het manuscript voor de achtste ben ik volop bezig. Daarnaast schrijf ik non-fictie, columns, verhalen en gedichten.
Zowel eigentijdse als klassieke auteurs inspireren mij. Leo Tolstoj en Louis Couperus zou ik heel graag ontmoeten in het hiernamaals. In het nu zou ik graag Arnon Grunberg eens spreken.
»
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
‘Verdomme, schiet op, president,’ fluistert hij.
Door Husschins hoofd flitsen tal van gedachten. Hoe kon dit gebeuren, waarom en door wie? De basis zou nota bene vanaf morgen worden ontruimd. Hij denkt aan zijn vrouw, die nu in doodsangst verkeert. Waar zit ze, in de schuilkelder? Waar zijn de kinderen? Hij denkt aan de mooie stad Olmshof en al die mensen en aan Norbert Renkel...
‘Verdomme, schiet op!’
...44, 43, 42 seconden... een pijnscheut schiet door zijn borst en nog een, heviger, door zijn hele lichaam. Hij denkt aan het voorjaar in Enkelstad, die hartaanval.
‘Niet nu, verdomme, niet nu, o God, nee! Mijn pillen, waar is het doosje, verdomme?’
Dan rinkelt de rode telefoon. Husschin neemt meteen op.
‘Washington,’ zegt een duidelijk geëmotioneerde stem aan de andere kant van de lijn.
In één gebaar drukt Husschin de knop onder zijn linkerwijsvinger in. Het volgende moment verschijnt het gezicht van de president van de Verenigde Staten op de monitor voor hem. Husschin ziet hoe het voorhoofd van de president glimt van het zweet.
‘Luister, Husschin, luister goed. Ik krijg geen contact met de Russische president. Lanceer de CDS-raketten. Drie stuks en maak de Sovjetraketten onschadelijk. Enter ze en ontregel ze. Begrepen, Husschin? Klamp ze aan en maak ze onschadelijk. Daarna krijg je verdere instructies. Lanceer tevens één SRAS-raket met als voorlopig doel Moskou, waarschuwingstijd 30 minuten. Begrepen, Husschin? Eén SRAS-raket, doel Moskou, waarschuwingstijd dertig minuten. Ik reken op jullie. Zodra ik gesproken heb met Moskou neem ik contact op. Voer nu mijn instructies uit.’
‘Eindelijk,’ zucht Husschin halfluid. Hij drukt enkele knoppen in en schreeuwt de nodige orders in de microfoon op het dashboard.
Drie seconden later openen zich drie luiken in het asgrijze beton van basis Olmshof. Drie neuzen van CDS-projectielen op de bodem van hun diepe, zwarte schacht zien eindelijk een vierkant licht. Dan een oorverdovend geraas en de raketten verlaten hun schuilplaats. Bedrieglijk langzaam maken ze zich los uit de beschutte omarming van het omringende bergmassief en terwijl hun scherpe neuzen de eerste wolkenflarden doorklieven, zoeken hun stalen lichamen al naar de juiste horizontale koers, in noordoostelijke richting. Ver onder de bijna gracieuze CDS-raketten klimt een veel grotere, zwaardere raket boven de bergkam. In het lichtspoor van zijn drie kleinere broers trekt hij een brede baan van vuur, recht de hemel in.
-