Boek
De Morfologische Atlas van de Nederlandse Dialecten (MAND) presenteert in twee delen de morfologie van de Nederlandse (en Friese) dialecten aan het eind van de twintigste eeuw. Er is een enorme diversiteit aan morfologische vormingen in een betrekkelijk klein taalgebied, waar Netherlandse en Friese dialecten binnen de staten BelgiĆ« en Nederland worden gesproken. Deze dialecten verschillen aanzienlijk van het standaardnederlands door verschil in woorduitgangen, verschil in klinkers van de woordstam (verkort, verlengd, al dan geen umlaut) en toonverschil. De MAND is gebaseerd op data uit veldwerk van 1979-2000, een samenwerkingsptoject van taalkundigen uit Netherland en BelgiĆ«. Dit tweede, en tevens laatste, deel bevat de volgende onderwerpen: de trappen van vergelijking van adjectieven, de bezittelijke voornaamwoorden (ook zelfstandig), de persoonlijke voornaamwoorden (onderwerp), de persoonlijke voornaamwoorden (object), de uitgangen van de tegenwoordige en verleden tijd van het sterke en zwakke werkwoord, het ge-prefix van het voltooid deelwoord, en de stamvormen van sterke werkwoorden . Elk hoofdstuk heeft een algemeen deel gevolgd door uitleg bij iedere kaart apart. Er zijn drie typen kaarten: de grotere geven in het algemeen variatie in uitgangen weer variation; de kleinere zijn gereserveerd voor deelproblemen zoals tooncontrast waardoor woordvormen zich kunnen onderscheiden; ze volgen op de hoofdkaarten. Dit deel heeft nog een derde type kaarten waar de informatie op is veralgemeend. De kartering geeft ook de overeenkomsten en de verschillen met het standaardnederlands weer. Deze titel is onderdeel van de OAPEN Library - http://www.oapen.org. ||Marc van Oostendorp is senior-onderzoeker Fonologie bij het Meertens Instituut in Amsterdam en vaste medewerker van het Genootschap Onze Taal.|Jan Kooij is hoogleraar Algemene taalwetenschap aan de Universiteit Leiden.|||||Hans Bennis is bijzonder hoogleraar Taalvariatie aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van het Meertens Instituut (onderzoek en documentatie van Nederlandse taal en cultuur; Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen). Zijn onderzoek ligt vooral op het terrein van de syntaxis van het Nederlands, in het kader van de generatieve grammatica. De laatste jaren beweegt zijn onderzoek zich in de richting van syntactische microvariatie, en dan met name de dialectvariatie in het Nederlandse taalgebied. Zo is hij coordinator en co-auteur van het omvangrijke atlasproject Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (SAND) waarvan deel I in 2005 is verschenen bij AUP. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen recensies voor dit boek.