Boek
Angst, dreiging en verraad, ongrijpbaarheid van de werkelijkheid en onkenbaarheid van de ander: in deze roman komen Hermans' centrale thema's op geraffineerde en uiterst beklemmende wijze aan bod. De donkere kamer van Damokles vertelt het verhaal van Henri Osewoudt, sigarenhandelaar te Voorschoten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontmoet hij de verzetsman Dorbeck, die sprekend op hem lijkt op één ding na, dat hij zwart haar heeft terwijl Osewoudt blond is, en die hem opdrachten geeft die hij gewillig uitvoert. Naar aanleiding van zijn daden wordt Osewoudt gevangen genomen, komt weer vrij, pleegt een moord, nog een moord.Na de bezetting lijkt alles zich tegen hem te keren en wordt hij gekwalificeerd als landverrader. Zich beroepen op Dorbeck blijkt onmogelijk: er is geen enkel spoor dat leidt tot deze man. Het enige dat Osewoudt heeft om de wereld Dorbecks bestaan te bewijzen is een camera met een foto van Dorbeck erin, maar ook die foto blijkt uiteindelijk niet te bestaan.Bestaat Dorbeck echt of heeft Osewoudt hem verzonnen? Is hij Osewoudts superego? In hoeverre is Osewoudt zelf verantwoordelijk voor zijn daden? Wie ben je als iedereen je ziet als een verrader en een leugenaar, bestaat er wel zoiets als waarheid en werkelijkheid? Om dergelijke vragen gaat het in dit huiveringwekkende boek, dat uitgroeide tot Hermans' meest gelezen en bejubelde roman.De tekst is conform de zo door Hermans gewenste 'Ausgabe letzter hand' - versie zoals verschenen in diens Volledige werken. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Henri Osewoudt is een aparte jongeman. Heeft een hoge stem, een meisjesgezicht en is ook nog klein van stuk. Daar wordt hij veel mee gepest. Zijn vader heeft een sigarenwinkel en moeder is behoorlijk labiel. Als Henri acht jaar is gebeurd er iets verschrikkelijks waardoor hij zijn ouderlijk huis kwijtraakt. Zijn oom Bart en tante Fietje in Amsterdam nemen hem op in hun gezin.
In 1939 trouwt hij met zijn nicht Ria en gaat weer naar Voorschoten om de sigarenwinkel van zijn vader voort te zetten. Zijn moeder woont bij hen in huis.
In het begin van de oorlog ontmoet hij Dorbeck, een officier die als twee druppels water op Henri lijkt. Van hem krijg hij allerlei verzetsopdrachten die hij blindelings opvolgt en uitvoert. Hij voelt zich een man en een held, ondanks dat hij geen baard heeft. Osewoudt wordt opgepakt door de Duitsers en ook weer bevrijdt. Verkleed als verpleegster wordt hij naar bevrijd Nederland gebracht. Henri Osewoudt meldt zich bij de bevrijders maar die pakken hem gelijk op, omdat hij gezocht wordt voor verraad.
Henri Osewoudt vind dat hij onterecht wordt vastgehouden, en vraagt om Dorbeck op te sporen zodat hij vrijgesproken kan worden. Dorbeck is en blijft onvindbaar. Henri blijft volhouden dat hij een dubbelganger heeft, maar wordt niet geloofdt. Henri wordt wanhopig en slaat op de vlucht. Tijdens deze vluchtpoging wordt hij neergeschoten.
Na het lezen van dit prachtige boek blijven er nog genoeg vragen over.
Henri Osewoudt is een lelijke jongen met een psychotische moeder die zijn vader vermoordt. Hij groeit op bij een oom, blijft baardloos en houdt zijn jongensstem. Om zijn moeder enige bescherming te bieden trouwt hij met zijn lelijke nicht zeven jaar ouder dan hij. De noodlotsbestemming hangt als een donkere schaduw boven Henri’s jeugd. En dan wordt het ook nog eens oorlog. Maar juist dit voor alle landgenoten zwarte onheil, lijkt Osewoudts leven een verrassende en positieve wending te geven. Door toeval (?) ontmoet hij de jonge legerofficier Dorbeck, qua karakter zijn tegendeel, maar uiterlijk zijn evenbeeld behalve de haarkleur en de baard die Dorbeck wel heeft.
Tijdens de oorlog volgt Osewoudt Dorbecks geheimzinnige instructies op. Hij blijkt landverraders te kunnen doden en Duitsers te kunnen weerstaan. Zelfs wordt zijn liefde voor een mooi meisje uit het verzet vurig beantwoord. Maar dan keert het lot zich weer tegen hem.
Een roman over de oorlog, maar vooral over identiteit. Over waan of waarheid, over inbeelding en de rol van uiterlijk in onze samenleving. Groots verteld, met hier en daar wat surrealistische trekjes.